‘We hebben jullie nodig’

‘We hebben jullie nodig’

Eind september ontmoette ZM Koning Filip de laureaten van het IDCity-project. IDCity is een initiatief van de Koning Boudewijnstichting dat jonge sociale ondernemers uit verschillende steden de kans biedt om een project te realiseren dat bijdraagt aan het samenleven in hun stad. Als coach van de Aalsterse laureaten Michiel en Cedric, vergezelde ik hen naar de ontmoeting.

 

‘Het is belangrijk wat jullie doen!’

Zo een ontmoeting is natuurlijk heel speciaal. Vooral het protocol in de omgang met de koning, contrasteert met de dagelijkse leefwereld van de aanwezige jongeren. (En ja, ook die van mij). Maar van zodra ZM de koning de tijd nam om naar het verhaal en de ervaringen van al die jongeren te luisteren, werd alles meer relax en gemoedelijker. Met pertinente vragen te stellen en hier en daar een kwinkslag, stelde hij ieder op zijn gemak. Tegelijk gaf hij al die jongeren erkenning door te benadrukken hoe belangrijk hun bijdrage is in het leven van andere mensen en de maatschappij. 

 

Van rijdende wasserette over jong straattalent tot digitale senioren

En daarin had de koning zeker gelijk. Het is prachtig om zien welke fantastische projecten jongeren verzinnen en hun tanden in zetten.

Dit zijn alvast mijn favorieten:

  • Wash Mobile: daklozen uit Charleroi kunnen terecht in de Wash Mobile om hun kleren te wassen en te drogen. Terwijl ze wachten krijgen ze een kop koffie aangeboden.
  • Jonge videomakers uit Brussel maken maatschappelijke thema’s bespreekbaar met humor.
  • Redside in Kortrijk: jongeren zorgen de voetbal toegankelijk is voor kinderen en jongeren uit kwetsbare gezinnen.
  • Le Frigo Solidaire, Verviers: buurtbewoners en handelaars bevoorraden een ‘straatkoelkast’ waaruit minderbedeelden kunnen halen wat ze nodig hebben.

 

Bij mijn favorieten behoren natuurlijk ook de Aalsterse projecten die ik begeleid:

  • Senioren Mee Met Technologie: Cedric laat Aalsterse senioren kennismaken met technologie en doet dat met andere vrijwilligers in een gemoedelijke sfeer.
  • Naturnus: Michiel ontwerpt duurzame urnes en experimenteert met het ontwikkelen van een circulaire urne die vergaat in de grond.
  • Padvinder: Thomas ontwikkelt een navigatieapp voor jongeren met een mentale beperking.

 

Meer info:

 

Maken we samen de stad?

Andere artikels

Geen Resultaten Gevonden

De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.

Hebben we wel een baksteen in de maag?

Hebben we wel een baksteen in de maag?

Hebben we als Vlaming echt wel een baksteen in de maag? Of lijkt dat zo omdat we van jongsaf de boodschap ingeprent krijgen dat een vrijstaand huis buiten de stad de ideale woning is? Samen met Endeavour en Fran Bambust onderzoek ik voor het Vlaams Planbureau voor Omgeving wat daar van aan is en hoe gedragsinzichten compact wonen aantrekkelijker kunnen maken.

 

Luistervinken in de koffiebar

 

Onlangs was ik (alweer) in de koffiebar. Ik kon de cafeïne gebruiken om een onderzoek (het vijfde van de week) over wonen in Vlaanderen door te nemen. Super interessant, daar niet van. Maar niet altijd evident om bij de les te blijven. Ik werd dan ook snel afgeleid door de vraag ‘Waar wonen jullie nu?’. Twee jonge mama’s met kersverse baby in de kinderwagen, hadden wat bij te praten. Ik kreeg daarop een prima samenvatting van de wooncarrière van vele Vlamingen:

‘Een lage vrijstaande woning op het platteland blijft onze geliefkoosde thuis’

 

Deze krantenkop (De Morgen, 25.04.2019) n.a.v. de recentste Woonsurvey van de Vlaamse overheid leek wel over die twee jonge mama’s te gaan. Onderzoek leerde me dan ook dat woningverwerving, bij voorkeur door het zelf bouwen, het streefdoel is van de meeste Belgen. Sociaal aanzien, gevoel van vrijheid en privacy en kosten, stimuleren het kopen of bouwen van een grote woning, vaak buiten de stad. Ander onderzoek beweert zelfs dat we allemaal een suburbane droom hebben.

 

Het is toch wel fijn in de stad

 

‘Eigenlijk wilden we toch hier in de stad blijven. Het is hier wel fijn wonen en alles is dichtbij, zeker ook interessant wanneer de kinderen iets groter zijn’. De ene jonge mama nuanceerde daarmee enkele honderden pagina’s literatuur die ik die week had doorgenomen. En ze is lang niet de enige.

Heel wat gezinnen kiezen om in de stad of centrum van een gemeente te wonen. Het ene gezin doet dat omwille van de nabijheid van voorzieningen, anderen omdat ze in een fijne buurt wonen waar ze zich voor inzetten, de kindvriendelijkheid van de omgeving, … Koppels van wie de kinderen het huis uit zijn, keren ook graag terug naar het centrum om te genieten van het sociale en culturele leven. Senioren kunnen er langer zelfstandig leven doordat ze veel te voet kunnen doen en ze er meer sociale contacten hebben. En wonen in het centrum is vaak ook compact wonen.

 

Bepalen onze waarden onze woonkeuze?

 

Het lijkt alsof mensen omwille van praktische redenen voor compact wonen kiezen. Maar wat als we nu die keuze verklaren a.d.h.v. waarden? Talloze woonbrochures en krantenbijlagen associëren wonen ‘op den buiten’ met privacy, veiligheid, status en onafhankelijkheid. Stadsbewoners hebben echter ook die waarden, alleen vullen zij die anders in. Je kan iemands jaarlijkse inzet voor het buurtfeest in een stadswijk verklaren aan zijn nood aan sociale veiligheid. Dicht bij alles wonen, spreekt ons gevoel van vrijheid aan. Een groene buurt in de stad kan een gezonde en veilige omgeving zijn om kinderen groot te brengen. Een terras aan de woning en de anonimiteit van de stad, biedt ons ook de nodige privacy.

 

Getuigenissen compact wonen

 

Maar die verhalen horen of zien we te weinig. De collega’s van Endeavour trekken daarom binnenkort op onderzoek in zes woonwijken met voornamelijk compacte woningen. Ze willen er van de bewoners horen hoe zij hun woonkeuze ervaren. Met die getuigenissen en de bestaande literatuur als bagage, onderzoeken we verder welke gedragsprincipes relevant zijn bij woonkeuzes. De resultaten worden in de loop van 2020 bekendgemaakt.

 

Wil jij duurzame verandering versnellen?

 

Bij ons krijg je geen klassieke of theoretische aanpak. We gaan meteen aan de slag met een creatieve mindset, gericht op echte resultaten en snelle acceptatie. Onze aanpak kijkt vooruit en brengt direct tastbare successen met zich mee.

En wat is jouw ‘waai’?

En wat is jouw ‘waai’?

In een kennismakingsgesprek kreeg ik van een andere ondernemer deze vraag voorgeschoteld. ‘Duurzaamheid’, antwoordde ik heel casual. Hij knikte begrijpend en we schakelden over op een ander onderwerp. Achteraf bedacht ik me dat dat wel het meest lullige antwoord was dat ik kon geven. Het was alsof ik koos voor nummer 48 van bij de afhaalchinees. Waar was de passie? De overtuiging?

Het was niet zo dat mijn gesprekspartner me niet had begrepen of meer uitleg behoefde. Ik vond het zélf maar een flauw antwoord. Mijn ‘waai’ is immers de reden waarom ik onderneem, de reden waarom ik op mijn veertigste mijn loopbaan drastisch heb bijgestuurd. Mijn ‘waai’ vertelt de samenleving waarin ik wil leven. En jij, als mogelijke klant of ondernemer waarmee ik samenwerk, hebt het recht dat te weten. So here it goes.

 

Alles terug op scherp

 

Ik heb altijd geloofd in de maakbaarheid van de mens, de kracht en creativiteit die we hebben om het voor onszelf en onze naasten beter te maken. Een boodschap, in zekere zin ook een opgave, die ik van mijn vader (arbeider op zijn twaalfde, migrant op zijn twintigste) heb meegekregen. 9 jaar terug werd alles terug scherper. Ik stond toen op het punt zelf papa te worden. Bijdragen aan een betere wereld was voor mij nog nooit zo betekenisvol geweest. In welke wereld zou mijn zoon opgroeien? In welke wereld wilde ik dat hij zou opgroeien? In welke wereld wordt hij misschien ooit vader?

 

Dit is waarom

 

Ik wens dat hij in een wereld opgroeit waarin hij zijn kracht en creativiteit kan ontplooien en tonen. Een wereld waarin ieder kind de beste kansen krijgt. Een omgeving waar het veilig en gezond is om op te groeien. Een omgeving waar hij gezonde lucht kan inademen, veilig tot bij zijn oma kan wandelen, tot bij zijn vriendjes kan fietsen of met buurjongens op straat kan spelen.

Ik geloof dat de stad die omgeving kan zijn. De stad kent heel veel opgaven, maar is vooral een plek waar zoveel oplossingen gevonden worden, kansen bestaan en mensen elkaar kunnen versterken. Het is het laboratorium voor de maakbaarheid van de samenleving.

 

Wellicht liep ik naast jou

 

Ik schrijf deze gedachten wanneer ik net terug ben van de klimaatbetoging in Brussel. Ik denk dat het de eerste betoging is waaraan ik ooit heb deelgenomen. Maar belangrijker: ik ben er naartoe gegaan met mijn zoon en omwille van mijn zoon. Het was een moment waarop ik hem kon vertellen wat ik voor hem wens. Het was ook een gebeurtenis waarop hij kon leren hoe je als burger jouw kracht en creativiteit kan benutten om jouw toekomst en die van anderen beter te maken.

Misschien liepen we in die betoging naast jou. Je bent misschien een van die tienduizenden ouders of grootouders die hetzelfde wensen voor hun (klein)kind. Daarom nodig ik jou uit om mee te bouwen aan die duurzame wereld en creatieve stad. Laten we dat samen doen, elk vanuit onze kracht en onze creativiteit.

Wil jij duurzame verandering versnellen?

 

Bij ons krijg je geen klassieke of theoretische aanpak. We gaan meteen aan de slag met een creatieve mindset, gericht op echte resultaten en snelle acceptatie. Onze aanpak kijkt vooruit en brengt direct tastbare successen met zich mee.

Overheden hebben baat bij minder gravers en meer verbinders

Overheden hebben baat bij minder gravers en meer verbinders

Overheden en bedrijven voeren steeds vaker complexe projecten uit waarbij ze diverse interne en externe stakeholders willen betrekken. In mijn adviesopdrachten merk ik dat in de ‘denkfase’ van een nieuw project daarom een aantal teams vanuit verschillende disciplines meedenken aan een plan van aanpak. Maar in de ‘doe-fase’ plooit ieder team zich terug op zijn kerntaken en dreigt het ganse project terug te vallen op de dienst die de ‘lead’ heeft. Met het inzetten van minder ‘gravers’ en met meer verbinders, heeft de uitvoeringsfase van een multidisciplinair project meer kans op slagen.

 

You dig

 

In de western ‘The Good, the Bad and the Ugly’ zoeken Clint Eastwood en Eli Wallach naar een gestolen kist goud, begraven op een soldatenkerkhof. In een van de laatste scènes van de film, houdt Eastwood Wallach onder schot en zegt: ‘You see, in this world there’s two kinds of people, my friend. Those with loaded guns. And those who dig. You dig’.

Deze klassieke scène uit de cinema is een mooi metafoor voor de hiërarchische structuur van vele overheidsdiensten en bedrijven. Enkele personen hebben de leiding, al de anderen voeren uit. Het bevel ‘you dig’, vind ik ook zo treffend omdat de ‘uitvoerders’ vaak enkel dieper graven binnen hun materie en binnen de afbakening van hun bevoegdheid. Hiërarchische organisatiestructuren maken het moeilijk om opzij te kijken en verbinding te maken met de ‘gravers’ in andere kokers. Ze zetten daarmee ook een rem op innovatie.

 

De (in)efficiëntie van hiërarchie

 

Uiteraard hebben hiërarchische organisaties hun bestaansreden en nut. Al vroeg in onze menselijke geschiedenis moest er iemand beslissen wanneer er genoeg vruchten waren verzameld en het tijd was om te jagen. Iemand had de taak om de opbrengsten van de jacht te verdelen, ook onder de zwakkeren in de groep. In moderne organisaties moet er iemand zijn die beslist waarvoor het budget zal ingezet worden en wat de taakverdeling onder het personeel is.

Hiërarchie heeft ook zijn nadelen. Historisch ging dat vaak over de verkwisting van middelen om in de wensen van de man aan de top te voorzien of voor het tevreden houden van zijn medestanders. In een moderne organisatie gaat het om hoge kosten aan overhead, langdurige en ingewikkelde overlegprocessen met andere diensten, rapporteringen en weinig innovatie.

 

De ‘Midnight ride’ van Paul Revere

 

In de nacht van 18 april 1775 vertrok de zilversmid Paul Revere uit Boston om in de omliggende dorpen het bericht te verspreiden dat het Britse leger op weg was om Samuel Adams en John Hancock, twee rebellenleiders van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, te arresteren. Revere legde slechts 13 mijl in de omtrek van Boston af. Tegen 5 uur ‘s ochtends was zijn bericht nochtans van mond-tot-mond 40 mijl verderop verspreid. Revere slaagde daarin omdat hij een ‘verbinder’ en een ‘maven’ (iemand die steeds op de proppen komt met nieuwe informatie) was. Ondanks dat het Boston van de 18e eeuw een hiërarchisch sociale structuur had, slaagde hij erin als ‘simpele’ ambachtsman om in verschillende sociale, professionele en economische middens, connecties uit te bouwen en daaruit nuttige kennis en informatie te halen.

 

De kracht van losse banden

 

Het verhaal over Paul Revere illustreert de kracht van zogenaamde ‘losse banden’. Hechte linken zijn banden die we hebben met familie, vrienden of een community. Eigen aan zo een kerngroep is dat de leden ervan veel gelijkenissen vertonen. Op die manier is vernieuwing moeilijk. Losse banden, daarentegen, zijn interpersoonlijke relaties met personen van buiten de kerngroep via dewelke je nieuwe inzichten krijgt of aan nieuwe middelen geraakt. Zonder losse banden had Adam Smith geen investeerders voor wat de Industriële Revolutie zou worden, had de Reformatie de boekdrukkunst niet als propagandaplatform gehad of waren sociale media geen succes.

 

Starten met een achterstand

 

Overheidsdiensten en business units hebben vaak veel weg van netwerken van personen met veel (professionele) gelijkenissen. Men ziet het nut van overleg met andere diensten of met externe stakeholders wel in. Maar dat verloopt vaak op een formele manier. Inzichten en conclusies uit die meetings nemen vaak nog meer tijd om tot resultaat te komen omdat het beslissingsproces hiërarchisch is. In een tijd waarin maatschappelijke uitdagingen complex zijn en verscheidene stakeholders betrokken zijn, starten dergelijke organisaties steevast met een achterstand.

 

Geassimileerde makelaars en geïntegreerde non-conformisten

 

Bedrijven en overheidsdiensten moeten daarom meer losse banden zien te leggen en benutten. In een hiërarchische organisatiestructuur (en vooral mindset) is dat echter heel moeilijk. Een hiërarchie is immers een type netwerk waarbij de linken binnen en die met buiten de organisatie, geconcentreerd samenkomen bij een beperkt aantal hubs. Die hubs zijn de managers of leidinggevenden. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe meer linken er bij een persoon samenkomen. De organisatie(structuur) moet daarom toelaten dat er meerdere hubs zijn. Dat zijn personen die losse banden hebben met andere diensten, maar ook met externe stakeholders.

Verbinden gaat natuurlijk over meer dan organisatiemodellen. Bedrijven en overheden geven best ook een rol aan de Paul Revere’s van vandaag. Investeer daarom niet alleen in werknemers waarmee je professioneel de meeste gelijkenissen vertoont. Geef ook vertrouwen en bewegingsruimte aan non-conformisten die ingebed zijn in je organisatiestructuur en interne of externe ‘makelaars’ die je organisatiecultuur kennen en de banden weten aan te halen met zowel andere diensten als externe stakeholders en burgers. Er zijn immers twee type personen op deze wereld: zij die graven en zij die verbinden.

Voor dit artikel haalde ik inspiratie uit ‘The Square and the Tower’ van Niall Ferguson en ‘The Tipping Point’ van Malcolm Gladwell.

Wil jij duurzame verandering versnellen?

 

Bij ons krijg je geen klassieke of theoretische aanpak. We gaan meteen aan de slag met een creatieve mindset, gericht op echte resultaten en snelle acceptatie. Onze aanpak kijkt vooruit en brengt direct tastbare successen met zich mee.

“Die ontwerpers en ontwikkelaars mogen hier op inleefstage komen”

“Die ontwerpers en ontwikkelaars mogen hier op inleefstage komen”

Jozef, 84 jaar, had me net samen met zijn leeftijdsgenoten Emmy en Albert, zijn ideale wijk voorgesteld. Die wijk bestaat jammer genoeg (nog) niet. Maar deze actieve senioren hadden ze alvast tijdens de Bootcamp ‘Wonen & Zorg’ ontworpen in Lego. Ik was onder de indruk. Ze gaven daarmee heel wat kennis en inzichten door die je enkel als ‘ervaringsdeskundige’ weet te vertellen. Het was een mooie illustratie van de meerwaarde van de juiste cocreatie-aanpak.

 

Wat is een alternatieve vorm van assistentiewonen?

 

30 personen – de jongste 21, de oudste 84 – beantwoordden deze vraag tijdens de tweedaagse Bootcamp ‘Wonen & Zorg’ op 20 en 27 april in Aalst. Ondernemers, ambtenaren, medewerkers uit de zorgsector en senioren gaven ideeën, oplossingen en inzichten over welke buurt ouderen toelaat (langer) zelfstandig te wonen. Een wijk die niet alleen praktisch of functioneel is, maar ook een waar ze graag willen wonen. Een wijk die een (nieuwe) thuis is wanneer senioren assistentie of zorg behoeven.

 

User centered design

 

De Stad Aalst en Ministry of Makers, de opdrachtgevers van de Bootcamp, wilden de deelnemers ook laten kennismaken met werken via Design Thinking. Op die manier konden de deelnemers onder meer de meerwaarde leren kennen van ‘user centered design’ en leren hoe ze innoverend kunnen zijn binnen een regelgevend kader . Voordat we de deelnemers lieten ontwerpen in Lego, hebben we hen daarom een hele dag ondergedompeld in de wereld van (zorgbehoevende) senioren. We deelden met hen bv. inzichten uit wetenschappelijk onderzoek en lieten hen kennismaken met de zorgen, noden en wensen van (persona’s) van ouderen.

Inleven in leefwereld senioren

Inleven in leefwereld senioren

 

 

‘Senioren zijn ook mensen’

De deelnemers aan de Bootcamp leerden dat heel wat praktische, dagdagelijkse taken niet evident zijn wanneer je zorgbehoevend bent. Denken we maar aan koken, boodschappen doen, wassen, poetsen, de trap nemen, … Een eye-opener was echter dat dagdagelijkse handelingen vaak in functie staan van emotionele en sociale behoeften. Ouder worden belet niet dat je je wil mooi maken voor een feestje of een uitje. Eten doen we liefst in gezelschap van vrienden, familie of onze (nieuwe) partner. Het zijn de emotionele en sociale behoeften, een gevoel van waardigheid, die ons mens doen voelen.

 

4 assistentiewijken, 4 invalshoeken

 

We sloten de Bootcamp af met vier assistentiewijken. Ondernemers, burgers/senioren, ambtenaren en medewekers uit de zorgsector presenteerden aan het einde van de Bootcamp wat volgens hen dé ideale assistentiewijk is. Daarin zaten veel gelijkenissen zoals een diverse, actieve buurt, met veel groen, woningen aangepast aan zorgbehoevenden, verdicht, een vlotte verbinding met het stadscentrum, basisvoorzieningen in de wijk, een aanspreekpersoon, …

Maar niet alleen de gelijkenissen waren interessant. Ook de verschillen. En die zaten onder meer in hoe elke groep naar de assistentiewijk kijkt:

Deelnemers Bootcamp ontwerpen in Lego

Deelnemers Bootcamp ontwerpen in Lego

  • De ambtenaren zagen de overheid als de sokkel die de samenleving of assistentiewijk draagt. De overheid faciliteert daarmee een kwalitatieve en warme buurt.
  • Deelnemers uit de zorgsector willen een flexibel aanbod aan dienstverlening kunnen aanbieden. De organisatorische component van zorg is voor hen een aandachtspunt.
  • Ondernemers willen gaan voor ‘assistentie on demand’. Het is een individuele invulling van assistentie waarbij elke wijkbewoner bij een centraal aanspreekpersoon of -instantie, ondersteund door technologie, zijn of haar vraag kan stellen.
  • Senioren hameren vooral op langer zelfstandig te kunnen leven en op waardigheid. Ze zijn volwaardige personen met ook hun sociale en emotionele noden. Ze zijn meer dan de opsomming van hun zorgnoden.

 

Aan de slag met nieuwe inzichten

 

We kijken terug op een geslaagd cocreatieproces. Het was zeer aangenaam om met senioren te werken en om hun inzichten te confronteren met die van de andere deelnemers. Zoals Adriaan het stelt: ‘het is indrukwekkend hoe helder senioren kunnen duiden wat ze willen en nodig hebben’. Dat bewijst het belang van cocreatie en een ‘user centered’ benadering. Verschillende deelnemers aan de Bootcamp gaven alleszins al aan met de inzichten uit het cocreatietraject aan de slag te gaan. En ook ik ga dat doen. Ik probeer een betere buur en helpende hand te zijn voor de 92-jarige buurvrouw.

Voor deze opdracht heb ik samengewerkt met Adriaan van Saflot Creative Consultants.

Wil jij duurzame verandering versnellen?

 

Bij ons krijg je geen klassieke of theoretische aanpak. We gaan meteen aan de slag met een creatieve mindset, gericht op echte resultaten en snelle acceptatie. Onze aanpak kijkt vooruit en brengt direct tastbare successen met zich mee.

Pin It on Pinterest