Het is een beetje raar om impressies neer te schrijven van een reis die ik niet heb gemaakt. Eind april zou ik de studenten stedenbouw van de Universiteit Antwerpen begeleiden op hun reis naar Wenen. Omwille van de Corona-crisis kon die uiteraard niet doorgaan. De research die ik heb gedaan, was ook een beetje reizen natuurlijk. En dat deel ik hier graag met andere ‘stad-aficionado’s’.

 

Waar stadsontwikkeling op maat is van bewoners

De vraag van professor Maarten Van Acker om de studiereis naar Wenen te begeleiden, was nogal onverwacht. Ik had nooit gedacht voor zoiets gevraagd te worden, maar het leek me meteen wel een boeiende en leerrijke uitdaging. Ik heb zelf geen ruimtelijke opleiding en vond het daarom wel interessant om met stedenbouwkundigen op pad te trekken en om met hun bril naar stadsontwikkeling te kijken.

Maar tegelijk was dit een opportuniteit om, omgekeerd, stedenbouwkundigen (in spé) mijn invalshoek op de stad mee te geven. Als ‘Urban Connector’ wil ik stadsontwikkeling verrijken met inzichten in het gedrag, de dromen en noden van stadsbewoners. En daar wou ik mijn publiek over laten reflecteren. Geen betere setting daarvoor dan Wenen. De stad heeft grootse projecten, maar ze zijn ook mensenmaat. Geen wonder dat Wenen altijd hoog genoteerd staat in lijsten van de meest leefbare steden in de wereld.

 

Alt Erlaa: ook hoogbouw kan aan onze woonwensen tegemoet komen

Alt Erlaa is meteen al een voorbeeld van hoe gewaagde, grootschalige architectuur ook op mensenmaat kan. De ontwikkeling lijkt iets buitenaards te zijn. De schaal van deze woonontwikkeling is de antithese van het Vlaamse huisje-tuintje-boompje-archetype. Maar Alt Erlaa is zonder meer ontwikkeld op mensenmaat. Ondanks dat er 26 bouwlagen zijn, hebben alle bewoners zicht op groen en zorgen de vergroende balkons voor privacy. Daarnaast heeft Alt Erlaa ook collectieve ruimtes die de perfecte setting lijken te zijn voor het stimuleren van de sociale samenhang in de woontorens. De bewoners organiseren er kinderfeesten, een wekelijks eetbuffet, een pingpongtornooi, tentoonstellingen, muziekfestivals, en zo veel meer. Geïntrigeerd? Lees dan zeker dit artikel op de website van Architectuurwijzer.

 

Ontwikkeling langs mobiliteitsknooppunten

Behalve de grijze mastodont Alt Erlaa, zouden we ook de ‘gele huisjes’ van het Fallow Land-project aan doen. Leuk om wat kleur in de stad te hebben. Maar interessant aan dit project, zoals nog andere in Wenen, is dat het is ontstaan aan een mobiliteitsknooppunt voor openbaar vervoer. Vlaamse ontwerpers dromen ervan om dit ook hier bij ons te doen. Als je ons bebouwde landschap bekijkt, lijkt dat echt science fiction. Maar in Wenen doen ze dat gewoon.

 

Fietsen langs de Donau

De grote en kleine mobiliteitsknooppunten in Wenen, zorgen ervoor dat je je vlot kan verplaatsen met het openbaar vervoer (trein, metro en bussen). Maar ook fietsen is er een aangename mobiliteitsbeleving. Wenen heeft 1.400km (duizendvierhonderd!!! km) aan fietspaden. Je kan er onder andere langs de oever van de Donau fietsen tot in Duitsland en Hongarije of langs de ring rond het historische centrum.

 

Ruime bewonersparticipatie

Met studenten stedenbouw op pad zijn, betekent van het ene stadsontwikkelingsproject naar het andere hoppen. Hoewel boeiend, vreesde ik voor mezelf een ‘overkill’. Daarom was ik blij een gids te hebben gevonden die de Nordbahnontwikkeling wilde toelichten vanuit het perspectief van de ruime bewonersparticipatie die er is aan vooraf gegaan. Nordbahnhof is een reconversie van een treinstation dat sinds 1990 niet meer in gebruik is. Tegen 2025 moet het ongeveer 20.000 bewoners in 10.000 appartementen huisvesten. Het gebied heeft ook werkruimtes en veel groene open ruimte. Het ontwerp ging gepaard met een ruim participatietraject van twee jaar. Een mooi voorbeeld van hoe topdown en bottom-up stadsontwikkeling samenkomen.

 

 

Maken we samen de stad?

Andere artikels

Pin It on Pinterest

Share This