Hebben we als Vlaming echt wel een baksteen in de maag? Of lijkt dat zo omdat we van jongsaf de boodschap ingeprent krijgen dat een vrijstaand huis buiten de stad de ideale woning is? Samen met Endeavour en Fran Bambust onderzoek ik voor het Vlaams Planbureau voor Omgeving wat daar van aan is en hoe gedragsinzichten compact wonen aantrekkelijker kunnen maken.

 

Luistervinken in de koffiebar

Onlangs was ik (alweer) in de koffiebar. Ik kon de cafeïne gebruiken om een onderzoek (het vijfde van de week) over wonen in Vlaanderen door te nemen. Super interessant, daar niet van. Maar niet altijd evident om bij de les te blijven. Ik werd dan ook snel afgeleid door de vraag ‘Waar wonen jullie nu?’. Twee jonge mama’s met kersverse baby in de kinderwagen, hadden wat bij te praten. Ik kreeg daarop een prima samenvatting van de wooncarrière van vele Vlamingen:

‘Een lage vrijstaande woning op het platteland blijft onze geliefkoosde thuis’

Deze krantenkop (De Morgen, 25.04.2019) n.a.v. de recentste Woonsurvey van de Vlaamse overheid leek wel over die twee jonge mama’s te gaan. Onderzoek leerde me dan ook dat woningverwerving, bij voorkeur door het zelf bouwen, het streefdoel is van de meeste Belgen. Sociaal aanzien, gevoel van vrijheid en privacy en kosten, stimuleren het kopen of bouwen van een grote woning, vaak buiten de stad. Ander onderzoek beweert zelfs dat we allemaal een suburbane droom hebben.

 

Het is toch wel fijn in de stad

‘Eigenlijk wilden we toch hier in de stad blijven. Het is hier wel fijn wonen en alles is dichtbij, zeker ook interessant wanneer de kinderen iets groter zijn’. De ene jonge mama nuanceerde daarmee enkele honderden pagina’s literatuur die ik die week had doorgenomen. En ze is lang niet de enige.

Heel wat gezinnen kiezen om in de stad of centrum van een gemeente te wonen. Het ene gezin doet dat omwille van de nabijheid van voorzieningen, anderen omdat ze in een fijne buurt wonen waar ze zich voor inzetten, de kindvriendelijkheid van de omgeving, … Koppels van wie de kinderen het huis uit zijn, keren ook graag terug naar het centrum om te genieten van het sociale en culturele leven. Senioren kunnen er langer zelfstandig leven doordat ze veel te voet kunnen doen en ze er meer sociale contacten hebben. En wonen in het centrum is vaak ook compact wonen.

 

Bepalen onze waarden onze woonkeuze?

Het lijkt alsof mensen omwille van praktische redenen voor compact wonen kiezen. Maar wat als we nu die keuze verklaren a.d.h.v. waarden? Talloze woonbrochures en krantenbijlagen associëren wonen ‘op den buiten’ met privacy, veiligheid, status en onafhankelijkheid. Stadsbewoners hebben echter ook die waarden, alleen vullen zij die anders in. Je kan iemands jaarlijkse inzet voor het buurtfeest in een stadswijk verklaren aan zijn nood aan sociale veiligheid. Dicht bij alles wonen, spreekt ons gevoel van vrijheid aan. Een groene buurt in de stad kan een gezonde en veilige omgeving zijn om kinderen groot te brengen. Een terras aan de woning en de anonimiteit van de stad, biedt ons ook de nodige privacy.

 

Getuigenissen compact wonen

Maar die verhalen horen of zien we te weinig. De collega’s van Endeavour trekken daarom binnenkort op onderzoek in zes woonwijken met voornamelijk compacte woningen. Ze willen er van de bewoners horen hoe zij hun woonkeuze ervaren. Met die getuigenissen en de bestaande literatuur als bagage, onderzoeken we verder welke gedragsprincipes relevant zijn bij woonkeuzes. De resultaten worden in de loop van 2020 bekendgemaakt.

 

Wil je aan de slag met gedragsinzichten?

Andere referenties

Pin It on Pinterest

Share This