Elke bestuursperiode zie je overheden prachtige visienota’s, masterplannen en klimaatambities uitwerken. Ik denk dan steeds dat de duurzame stad nu toch wel heel dichtbij is. Maar in de praktijk is dat niet altijd het geval. Waarom wordt het ene plan werkelijkheid, terwijl het andere maar deels wordt uitgevoerd of zelfs helemaal in de kast verdwijnt? Wel, vaak omdat men niet weet hoe eraan te beginnen. De oplossing wordt dan soms, tevergeefs, gezocht in een nieuwe visie. Nochtans ligt die oplossing binnen handbereik: vraag het aan hen die het moeten uitvoeren.

 

A cunning plan

‘I have a cunning plan’ is een van de meest iconische uitspraken uit het Britse Comedy-repertoire. In de loop van de vier seizoenen van Blackadder, die zich in verschillende periodes in de geschiedenis afspelen, is er altijd wel een personage dat een heel geslepen plan heeft. Alleen is de aanpak nooit doordacht. Pijnlijk is vooral het plan van WOI-generaal Melchett (gespeeld door Stephen Fry) om telkens weer dezelfde aanval vanuit de loopgraven in te zetten. Ook al is datzelfde plan de vorige zeventien keer mislukt en zorgt het voor gedemoraliseerde soldaten.

 

Visienota’s houden niet voldoende rekening met onze complexe maatschappij

Versta me niet verkeerd: in tegenstelling tot de ‘Blackadder’-personages, hebben bestuurders en ambtenaren bij onze (lokale) overheden heel wat in hun mars. We mogen best fier zijn op hun expertise. Maar visienota’s botsen toch vaak op de complexiteit van onze samenleving. Ze schetsen ons een ideaal scenario in de toekomst waar iedereen beter van moet worden. Maar toch is er die ‘Blackadder’-valkuil: de uitvoering is niet bij elk plan doordacht. In vaktermen heet dat de ‘Policy Implementation Gap’: hoe we er allemaal samen moeten geraken, wordt over het hoofd gezien. Alsof we op zee gaan zonder navigatie-instrumenten. Frustrerend om zo die mooie ambities teruggeschroefd te zien worden.

 

Gent en Garde: innovatief project op vlak van beleidsparticipatie

Gent en Garde, het voedselbeleid van de Stad Gent, toont hoe een sterke visie doordacht kan worden gerealiseerd door oog te hebben voor de uitvoering en draagvlak. Cruciaal daarin is de Voedselraad. De Voedselraad bestaat uit vertegenwoordigers van een dertigtal organisaties die streven naar een ecologisch, sociaal en ruimtelijk duurzaam voedselbeleid: landbouwverenigingen, ondernemers, horeca, sociale organisaties, … Ondanks zijn diverse samenstelling en de verschillende interesses, belangen en doelstellingen van de leden, slagen die erin om goed samen te werken. Zeker ook met het stadsbestuur.

Want daar gaat het over: samen werken. De Voedselraad is geen klassiek adviesorgaan dat zich vanuit een soort antagonisme verhoudt tot Stad Gent. Uiteraard vraagt dat om een flexibele aanpak. In onze* begeleiding van de Voedselraad hebben we oog voor ieders input en gedragenheid van de beslissingen. Maar daarnaast voorzien we ook Design Sprints en coaching van werkgroepen. Zo kunnen de leden van de Voedselraad (inclusief Stad Gent) projecten uitrollen die de gemeenschappelijke visie achter Gent en Garde werkelijkheid doet worden. Een fluïde vorm van governance, als het ware.

 

Governance kan niet meer zonder cocreatie

Want besturen gaat niet alleen over mooie strategieën uitschrijven. Het gaat eerder over hoe er tactisch mee aan de slag te gaan. Dat is met ‘trial and error’. Maar de eerste stap moet evident zijn: laten we de tactiek samen uitwerken met de belanghebbenden. Dus met degenen die de plannen moeten uitvoeren en degenen die er impact van ondervinden in hun werking of leven. Als overheidsmedewerker zijn jouw belanghebbenden jouw collega’s uit andere departementen, middenveldorganisaties, ondernemers en inwoners. Kortom: goed bestuur gebeurt in cocreatie.

* Ik doe de procesbegeleiding van de Gentse Voedselraad samen met Ruben Loodts van Otherwhere.

Zoek je begeleiding om met je doelpubliek aan de slag te gaan?

Andere artikels

En wat is jouw ‘waai’?

En wat is jouw ‘waai’?

In een kennismakingsgesprek kreeg ik van een andere ondernemer deze vraag voorgeschoteld. ‘Duurzaamheid’, antwoordde ik heel casual. Hij knikte begrijpend en we schakelden over op een ander onderwerp. Achteraf bedacht ik me dat dat wel het meest lullige antwoord was...

Lees meer

Pin It on Pinterest

Share This