Het belang van een sterke boodschap bij stadsontwikkeling

Het belang van een sterke boodschap bij stadsontwikkeling

‘Is Mechelen een stad die mensen tegen hun zin hebben zien verkleuren, of is Mechelen een stad waar iedereen zich goed voelt?’ Met deze retorische vraag in een interview in De Morgen (10.06.2017) illustreert burgemeester Bart Somers hoe een frame onze kijk op de samenleving beïnvloedt en er ons doet naar handelen. Een sterke boodschap helpt de realiteit te scheppen die je beoogt.

 

Gebruik van een sterke boodschap in stadsontwikkeling is cruciaal

Onze steden kennen vandaag grote veranderingen. Ze trachten elk antwoorden te bieden op de steeds sneller veranderende maatschappij. Ze rollen grote projecten uit die het leven in de stad aangenamer maken. Maar om die projecten te doen slagen heeft de stad steeds meer de steun nodig van haar kritische burgers en stakeholders. Acceptatie, participatie en eigenaarschap van burgers, vormen de sleutel tot het welslagen van stadsprojecten. Een sterk verhaal dat je beleid of je project ondersteunt, is daarbij cruciaal. Maar hoe kom je tot een sterk narratief? Onderstaande tips helpen je op weg.

 

Gebruik een boodschap die verbindt

Een eerste stap is het creëren van een narratief dat verbindt. Te vaak, zo getuigt Bart Somers in De Morgen, wordt over diversiteit gesproken als ‘een verhaal van verlies. Voor autochtone mensen die zich niet meer op hun gemak voelen, en voor allochtone mensen die er nooit bij horen. Mechelen kiest voor een verhaal dat inclusief is. Ongeacht de achtergrond of herkomst van elke Mechelaar, hij of zij is een burger die trots mag zijn op de stad. Elk bouwt mee aan de stad’.

 

Werk samen

Collaborare è Bologna

Bologna als city of commons

De Italiaanse stad Bologna toont hoe letterlijk samen-werken en samen bouwen aan de stad, stadsontwikkeling een boost geeft. Sinds Bologna er heeft voor gekozen om zich heruit te vinden als stad van commons, bruist de stad als nooit tevoren. Voor burgers is het sinds enkele jaren wettelijk mogelijk om de stad te cocreëren en ingrepen te doen in de openbare ruimte. Het stadsbestuur durft daarbij een stap terug te zetten en het initiatief over te laten aan haar bewoners. De nieuwe baseline van Bologna, ‘Collaborare è Bologna’ – ‘Samenwerken is Bologna’ is dus heel letterlijk te nemen.

 

Zorg dat je boodschap ook binnen je organisatie weerklank vindt

Samenwerken betekent niet alleen een partnerschap aangaan met je burgers of andere stakeholders. Ook de medewerkers binnen je organisatie moeten overtuigd zijn van je narratief. Ze zijn je eerste ambassadeurs. De stad Bologna heeft daar rekening mee gehouden in haar beleid als stad van de commons. Ze bereidt haar medewerkers voor op hun nieuwe rol, onder meer door het geven van opleidingen om burgerinitiatieven te faciliteren.

Ook dichter bij huis gaan stadsbesturen over tot een nieuwe aanpak vanuit de organisatie. ‘De Toekomst van Brugge’ is een geslaagd beleidsinitiatief dat stadsbestuur en inwoners met elkaar in dialoog brengt. ‘De Toekomst van Brugge’ heeft echter ook geleid tot interne veranderingen bij de stadsdiensten. Het veranderingstraject ‘NENO’ (Naar Een Nieuwe Organisatie) zorgde onder meer voor de oprichting van een strategische cel en een territoriaal georganiseerde coördinatiecel met sectorverantwoordelijken. Daarnaast is er een intern ‘lerend netwerk participatie’ dat collega’s betrekt bij de dialoog met bewoners.

 

Walk the talk

Een verhaal uitdragen is niet alleen een kwestie van ‘storytelling’, maar ook van ‘storydoing’. Een narratief gaat niet alleen over woorden. Je burgers en stakeholders stappen maar mee in je verhaal wanneer je er zelf naar handelt. Ze raken overtuigd doordat je het goede voorbeeld geeft of doordat ze ervaren dat jouw stadsproject voor hen positieve veranderingen met zich meebrengt. Tien jaar terug stonden de meeste inwoners van de Sloveense hoofdstad Ljubljana niet bepaald te springen voor een inperking van het autoverkeer. Ondertussen is hun stad een van de meest leefbare ter wereld door de creatie van een ruimte van tien hectare waar fietsers, wandelaars en openbaar vervoer baas zijn. Dit stadsproject verminderde de uitstoot van uitlaatgassen met zeventig procent. Nu is er wel  een hoge tevredenheid bij de inwoners.

Bici Bolzano

Enkele honderden kilometers naar het westen is er nog een mooi voorbeeld van hoe daden een narratief versterken. Het Italiaanse Bolzano ontpopte zich in een tiental jaar tot een ware fietsstad. Waar vele wannabe-fietssteden het vooral moeten hebben van ludieke of hippe campagnes, voert Bolzano de daad bij het woord. De stad beschikt over een uitgebreide en hoogstaande fietsinfrastructuur met bijhorende signalisatie die je verder enkel in Nederland en Scandinavië vindt.

 

 

Versterk je verhaal met een aantrekkelijke verpakking

Om je verhaal te ‘verankeren’ is het cruciaal om de beleving die je creëert, te vertalen naar sterke campagnes en een herkenbare visuele identiteit. Zo weerspiegelt het merk ‘Bici Bolzano’ de fijne fietservaring in de stad. De stad investeerde daarvoor in een sterk logo, campagnes naar verschillende doelgroepen zoals jongeren of bezoekers aan de stad en evenementen zoals fietscompetities tussen wijken of meerdaagse fietsfestivals.

Stadsmagazine Aalst

Stadsmagazine Aalst

Een geslaagde branding kan ook een belofte inhouden van wat zal komen. Neem bijvoorbeeld de nieuwe huisstijl van de stad Aalst: ‘Aalst vergeet je nooit’. Tot voor kort kon je je nog smalend over deze baseline uitlaten. De beloftevolle projecten die de stad sinds enkele jaren uittekent en de vele initiatieven van burgers en ondernemers geven deze slogan toch vooral een positieve connotatie. Het verbindt medewerkers van de stad met hun engagement voor hun stad en maakt de immer kritische en tegelijk chauvinistische Aalstenaar nog trotser op zijn stad. Deze positieve beeldvorming geeft elke betrokkene nog meer goesting om de ‘brand promise’ en het narratief waar te maken met concrete realisaties.

 

Conclusie: leading by example

Een sterk verhaal is een belangrijke hefboom om burgers te engageren en een bijdrage te laten leveren aan de ontwikkeling van hun stad. Naast de steden die ik in dit artikel vernoem, zijn er nog talloze andere die de kracht van een verhaal bewijzen. De kracht van een verhaal zit ‘em echter niet (enkel) in een catchy slogan en een mooie huisstijl. Willen we de kritische burger mee aan boord halen, dan vergt dit in de eerste plaat authenticiteit en eigen engagement van de initiatiefnemer van een stadsproject. M.a.w.: stadsbesturen, toon ons hoe onze steden er in de toekomst kunnen uitzien en vertel ons hoe we er samen een betere plek voor ons allen van kunnen maken.

Op zoek naar draagvlak voor je project?

Andere artikels

En wat is jouw ‘waai’?

En wat is jouw ‘waai’?

In een kennismakingsgesprek kreeg ik van een andere ondernemer deze vraag voorgeschoteld. ‘Duurzaamheid’, antwoordde ik heel casual. Hij knikte begrijpend en we schakelden over op een ander onderwerp. Achteraf bedacht ik me dat dat wel het meest lullige antwoord was...

Lees meer
Van Thuis in de Stad tot Urban Connector: stadsmakers engageren en connecteren

Van Thuis in de Stad tot Urban Connector: stadsmakers engageren en connecteren

De kiemen van Urban Connector kan je terugbrengen tot mijn job bij het team stedenbeleid van de Vlaamse overheid. Ik ontdekte er mijn passie voor de stad en ontwikkelde er mijn voornemen om te helpen van steden duurzame en bruisende plekken te maken. Ik dook in boeiende thema’s zoals mobiliteit en stadsvernieuwing en bouwde met mijn collega’s ‘Thuis in de Stad’ uit tot een sterk merk.

 

Waarom dit zo een boeiende periode voor me was

Stadsatelier tijdens Trefdag Kind in de Stad

Stadsatelier tijdens Trefdag Kind in de Stad

Waar te beginnen? Ik kwam uit een hele andere ‘sector’ (nl. integratie en inburgering) en dook in een nieuwe wereld. Een wereld waar ik een boel nieuwe mensen leerde kennen. Vaak innovators die van onze steden en samenleving een betere plek willen maken. Ik ontmoette ontwerpers die met enkele schetsen een wijk kunnen herscheppen, mobiliteitsspecialisten die heel mijn kijk op ‘verplaatsen’ op zijn kop zette, doeners met weinig middelen maar met vele ideeën die erin slagen het leven van kinderen in de stad of hun wijkgenoten aangenamer te maken, ondernemers voor wie een betere samenleving de grootste winst betekent, ambtenaren die complexe stedelijke projecten opzetten en tot een goed einde brengen, …

 

Geknetter in het brein

Ik leerde elke dag bij. Het knetterde in mijn brein. Nu nog kijk ik met voldoening terug naar fijne momenten zoals:

  • de Trefdag Innovatie in de Stad in 2013 die ik in cocreatie met collega’s, experten en verenigingen vorm gaf en een template werd voor nog andere evenementen
  • mijn gesprekken met Tim Gill, Brits expert in kindvriendelijke steden en keynote speaker voor de Trefdag Kind in de Stad en bovenal een toegankelijk en aimabel man
  • mijn middaglunches of -wandelingen met collega Stefaan tijdens dewelke nieuwe ideeën in inzichten ontsproten
  • het lezen van ‘de file voorbij’ van Kris Peeters, een echte eye-opener over hoe we wonen, leven en ons verplaatsen
  • het samen voorbereiden van het stadsatelier ‘De burger in de stad. Samenhang tussen overheidsbeleid en burgerinitiatief’ met participatie-expert Koen Wynants. Toen was ie de duizendpoot van Antwerpen aan ‘t Woord, nu oprichter van Commons Lab Antwerpen.

 

Stadsmakers verbinden

Hoewel ik vrijwel dagelijks in contact kwam met mensen die op een of andere manier hun bijdrage leveren tot kwaliteitsvolle steden, kwamen ze naar mijn zin nog te weinig met elkaar in contact. De complexe realiteit van de stad vraagt niet alleen een gezamenlijke aanpak van academici, ondernemers, denkers en doeners, hypergeëngeerden, overheden, … maar ook een aanpak vanuit verschillende expertises. Door verhalen van sterke cases in binnen- en buitenland en nieuwe inzichten een platform te geven, heb ik actoren dichter bij elkaar weten te brengen en hen aangetoond wat de baten zijn van samen te werken en van elkaar te leren.

 

De ‘homo urbanus’ als vertrekpunt

De complexiteit van de stad heeft natuurlijk ook te maken met de ingewikkeldheid en eigenzinnigheid van de mens. En dat vraagt dus zowel een ‘user centered’ benadering van problemen en oplossingen als om inzichten in het gedrag van de ‘homo urbanus’. Iets wat toch nog veel beleidsmakers en stadsmakers over het hoofd zien. Elk fantastisch ontwerp, elke geweldige maatregel of gulle subsidie moet de toets met logische, onbewuste en banale keuzes van mensen doorstaan. En voor elke mens is er wel een reden om in de actie te gaan, of net niet.

 

Nudge

Daar is het waar ik met Urban Connector het verschil willen maken: mensen een duwtje geven om in actie te komen. Ik zoek naar incentives die mensen, bedrijven, overheden en organisaties aanzetten om zich te engageren voor een bruisende stad of een beloftevol project. Laat dit artikel alvast een duwtje (of een kleine por) zijn om kennis te maken en te ontdekken hoe we samen de stad kunnen maken.

Maken we samen de stad?

Andere artikels

Waarom we bij stadsontwikkeling meer moeten experimenteren

Waarom we bij stadsontwikkeling meer moeten experimenteren

Stadsontwikkeling beïnvloedt het dagdagelijks leven van stadsbewoners en passanten. De herinrichting van een buurt bevordert of verhindert sociaal contact, het bepaalt mee voor welk vervoersmiddel we kiezen en maakt dat we ons veilig voelen of net niet. Maar hoe weten...

Lees meer
En wat is jouw ‘waai’?

En wat is jouw ‘waai’?

In een kennismakingsgesprek kreeg ik van een andere ondernemer deze vraag voorgeschoteld. ‘Duurzaamheid’, antwoordde ik heel casual. Hij knikte begrijpend en we schakelden over op een ander onderwerp. Achteraf bedacht ik me dat dat wel het meest lullige antwoord was...

Lees meer
Overheden hebben baat bij minder gravers en meer verbinders

Overheden hebben baat bij minder gravers en meer verbinders

Overheden en bedrijven voeren steeds vaker complexe projecten uit waarbij ze diverse interne en externe stakeholders willen betrekken. In mijn adviesopdrachten merk ik dat in de ‘denkfase’ van een nieuw project daarom een aantal teams vanuit verschillende disciplines...

Lees meer
Mobiliteit in Kopenhagen bekeken door de bril van gedragsverandering

Mobiliteit in Kopenhagen bekeken door de bril van gedragsverandering

Over Kopenhagen als fietsvriendelijke stad is al heel wat inkt gevloeid. Door recent zelf de stad te bezoeken, heb ik pas echt ervaren waarom dit hét te volgen voorbeeld is op vlak van duurzame mobiliteit. Vooral de consequente keuzes en (duidelijke) communicatie tonen aan hoe het in ons land véél beter kan. In mijn bijdrage aan de bibliografie over dit onderwerp, duid ik het succes van Kopenhagen a.d.h.v. enkele beelden en het 7E-model voor gedragsverandering.

 

Informeren (Enlighten) en enthousiasmeren (Enthuse)

De grootste steden van Denemarken kennen een echte fietscultuur. Een die heel belangrijk blijkt te zijn. Zo vind je op visitcopenhagen.dk ‘bike city’ als eerste thema met heel wat uitleg over verkeersregels, info over fietsverhuurders, … . Je krijgt als bezoeker en inwoner ook de belofte dat je met de fiets op hele leuke plaatsen komt met heel speciale fietsvoorzieningen. Een belofte die ook wordt waargemaakt.

 

Belonen en ontmoedigen (encourage)

Rejseplanen app

Rejseplanen app

De wagen gebruiken in Kopenhagen is geen goed idee. De aankoop van een auto wordt in Denemarken heel zwaar belast. Ook parkeren is extreem duur, tenzij je een elektrische wagen hebt. Andere vervoersmodi gebruiken is veel voordeliger. Je kan bv. goedkoop en comfortabel (incl. wifi) met de trein reizen, bussen en metro’s zijn er vrij stipt. Maar je bent er vaak het snelst met de fiets, iets wat de handige app voor openbaar vervoer ‘Rejseplanen’ je ook op attent maakt.

 

Faciliteren (enable)

De belangrijkste hefboom tot gedragsverandering: mensen mogelijk maken om steeds opnieuw een duurzame keuze te maken. En dat wordt je meteen gewaar in Kopenhagen: gaande van de uitgebreide fietsinfrastructuur (zowel in de buitenwijken als in de binnenstad), busbanen buiten het centrum die het busvervoer stipt houden, de superhandige app ‘Rejseplanen’, de app ‘Cycling Copenhagen’ met fietsroutes die je offline kan consulteren, talloze fietsverhuurders en fietswinkels, een grote autovrije zone, brede voetpaden, …

 
Koninklijke familie op de fiets in Kopenhagen

Koninklijke familie op de fiets in Kopenhagen

 

Het goede voorbeeld geven (exemplify) en je burgers betrekken (engage)

 

In Kopenhagen is fietsen niet alleen voor hipsters, sportievelingen of duurzaamheidskampioenen. Iedereen gaat er met de fiets, tot zelfs de koninklijke familie.

 

Ervaar het zelf (experience)

Last but not least: de ervaring is top! Zelf fietsen in Kopenhagen of de stad doorkruisen met het openbaar vervoer is heel eenvoudig en snel. De beste garantie om het opnieuw te doen. En het aan anderen door te vertellen. Zoals ik net deed.

Aan de slag met gedragsinzichten?

Andere artikels

‘We hebben jullie nodig’

‘We hebben jullie nodig’

Eind september ontmoette ZM Koning Filip de laureaten van het IDCity-project. IDCity is een initiatief van de Koning Boudewijnstichting dat jonge sociale ondernemers uit verschillende steden de kans biedt om een project te realiseren dat bijdraagt aan het...

Lees meer

Berlijn is niet alleen hip, maar ook kindvriendelijk

Berlijn is niet alleen hip, maar ook kindvriendelijk

We kennen Berlijn vooral als een hippe stad met leuke eethuisjes en bars, toffe boetiekjes en interessante musea. Ideaal voor een citytrip dus. En eentje waar je de kinderen mee naartoe kan nemen. Want Berlijn weet tegelijk een bruisende plek en een kindvriendelijke stad te zijn. En wel om de volgende redenen.

 

Prenzlauer Berg: dens, hip en kindvriendelijk

Prenzlauer Berg in het voormalige Oost-Berlijn is een van de meest dense buurten van de stad. Ten tijde van de val van de Berlijnse muur was het nog een vervallen en slecht onderhouden wijk. Een walhalla voor kunstenaars en studenten omdat de prijzen hier laag waren, maar de locatie toch erg centraal. De wijk was echter geen plek om kinderen op te laten groeien: het ontbrak er aan groenruimte en speelmogelijkheden.

Het contrast met vandaag kan niet groter zijn. Prenzlauer Berg is ondertussen een van de leukste stadsdelen van Berlijn met zelfs het hoogste geboortecijfer in de stad. Het is nog altijd een bruisende plek met leuke boetiekjes en hippe cafés. Maar de wijk biedt nu ook ruimte voor kinderen.

En dat was precies de bedoeling van het stadsbestuur. Met de slogan ‘deze stad is er ook voor kinderen’ ging het stadsontwikkelingsbedrijf S.T.E.R.N. met de opdracht aan de slag om de schaarse publieke ruimte kindvriendelijk in te vullen. S.T.E.R.N. deed dat in cocreatie met de bewoners van de wijk. Ze werden niet alleen betrokken bij het ontwerp en ontwikkeling van het project, maar werden ook ingeschakeld in het gebruik en onderhoud van de openbare ruimte. Het resultaat: een netwerk van 50 groenruimtes, speelpleinen en faciliteiten voor kinderen en jongeren.

Berlijn won in 2005 de Europese planningsprijs met het project ‘deze stad is er ook voor kinderen’.

 

Robinson Crusoe-speelterreinen: verboden voor ouders

Een van de speelplekken in Prenzlauer Berg is Kolle 37, een van de vele avonturenspeelterreinen (soms Robinson Crusoe-speelterreinen genoemd) in Berlijn. Een avonturenspeelterrein is een outdoor speelplek waar kinderen vrij kunnen experimenteren met het materiaal dat er ligt.

Kolle 37 is 4.000 m² groot en vult een stedelijke leegte die werd veroorzaakt door een bominslag. Het leuke aan zo een avonturenspeelterrein is dat het nooit af is. Kinderen kunnen er naar believen bouwen en ontmantelen en zo hun eigen speelplek ontwerpen. Ze kunnen hamers, nagels, zagen, bakstenen, hout en andere natuurlijke materialen gebruiken om hutten of toestellen te bouwen. De kinderen doen dit allemaal zelf onder begeleiding van een team van jonge pedagogen. Voor ouders is Kolle 37 verboden terrein. Enkel op zaterdag kunnen ze het werk van hun kinderen komen bewonderen.

Kolle 37 toont aan dat avontuurlijk spelen in de stad nog kan. Kinderen hebben er de nodige ruimte en tools om zich te ontplooien en hun verbeelding te gebruiken. Ze leren er beslissingen te nemen en hun eigen wereld te creëren. Of de stad van morgen.

 

Groene scholen

Groene school - Berlijn

Groene school – Berlijn

Niet alleen de openbare ruimte is kindvriendelijk en groener geworden. Sinds 1983 kregen meer dan 500 scholen in Berlijn een groene facelift. Dat is dankzij de organisatie ‘Grün macht Schule’ die scholen adviseert en ondersteunt bij het ontwerpen van speelplaatsen. Ze doen dat steeds in cocreatie met de leerlingen en hun ouders. Populair is de wilde tuin met robuuste wilgen, netels en onkruid waar ook dieren zich graag nestelen. Vaak wordt ook regenwater herbenut, want kinderen blijken dol te zijn op waterpompen. Regen belet hen helemaal niet om buiten te spelen.

 

Duurzame mobiliteit

70% van de verplaatsingen in Berlijn gebeurt met het openbaar vervoer, met de fiets of te voet. Als dense stad, heeft Berlijn al lang een sterk uitgebouwd openbaar vervoer. De voorbije jaren investeerde het stadsbestuur ook in infrastructuur voor fietsers. Berlijn telt ondertussen meer dan 1.000 km aan fietspaden, waarvan 662 km gescheiden van de rijweg. Door een uitbreiding van de zone 30, is ook elders in de stad fietsen veiliger geworden. Met resultaat: in 2012 verplaatsen de Berlijners zich 40% meer met de fiets dan in 2004.

Maken we samen de stad?

Andere artikels

Waarom we bij stadsontwikkeling meer moeten experimenteren

Waarom we bij stadsontwikkeling meer moeten experimenteren

Stadsontwikkeling beïnvloedt het dagdagelijks leven van stadsbewoners en passanten. De herinrichting van een buurt bevordert of verhindert sociaal contact, het bepaalt mee voor welk vervoersmiddel we kiezen en maakt dat we ons veilig voelen of net niet. Maar hoe weten...

Lees meer
Bologna kiest voor cocreatie als hoeksteen van stedelijke ontwikkeling

Bologna kiest voor cocreatie als hoeksteen van stedelijke ontwikkeling

De Italiaanse stad Bologna nam in 2014 een gemeenteraadsbesluit aan dat cocreatie tussen overheid en burgers wettelijk vastlegde. Deze institutionele vernieuwing zorgt ervoor dat bestuur en inwoners de ontwikkeling van de stad zien als een gemeenschappelijk goed. Dit gaat veel verder dan inspraak in het beleid. De inwoners van de stad kunnen nu wettelijk mee de stad maken én beheren.

Rewind naar 2011. Enkele dames wilden zitbanken plaatsen in het parkje Piazza Carducci. Ze vroegen het stadsbestuur de toestemming om dat te doen. Bezoekers van het parkje hadden nu eenmaal geen plek om te zitten. Hoe simpel de vraag van deze dames ook was, geen enkele stadsdienst kon die toestemming verlenen. Meer zelfs: het was illegaal om zelf bij te dragen aan de invulling of verfraaiing van de openbare ruimte.

Actief burgerschap 2.0

Met het gemeentebesluit en stadsbeleid rond de ‘beni communi’ (het gemeenschappelijk goed) is de situatie nu drastisch anders. ‘We zijn geëvolueerd van een situatie van ‘dit kan niet’ naar ‘yes, we can together’’ vertelt Luca Rizzo Nervo, schepen van sociale innovatie. Burgers kunnen nu actief participeren. Er is een fundamenteel nieuwe relatie ontstaan tussen stadsbestuur en burgers. De stad neemt daarin een ondersteunende rol op. ‘Bologna wordt een stad aangedreven door sharing en samenwerking’, aldus de schepen. Sinds de start van het beleid rond de ‘beni communi’ zijn al meer dan 200 projecten met en door burgers opgestart.

Bologna is samenwerken

De non-profitorganisatie ‘Advocaten aan het Werk’ is een vrijwilligersorganisatie die een van die projecten heeft opgestart. Ze namen het op zich om een met graffiti besmeurde historische site op te knappen. Het werd een mooi voorbeeld van samenwerking tussen burgers, organisaties en overheid. De stad en de eigenaar van het gebouw zorgden voor de verf, werktenues en ander materiaal. Buren pikten via sociale media op dat dit initiatief aan de gang was. Velen van hen gingen een handje toesteken. Dit spontane initiatief vertolkt perfect de baseline van de stad: ‘Bologna è collaborare’, ‘Bologna is samenwerken’.

Nieuwe vorm van democratie en stadsmaken

Dergelijke initiatieven illustreren hoe de idee van de ‘beni comuni’ een heel nieuwe kijk op de samenleving is. We zijn gewend om een grens te zien tussen privé en gemeenschap. ‘De huidige manier van samenleven is gebaseerd op twee pijlers’, vertelt professor Christian Iaione, coordinator van het Laboratory for the Governance of Commons (LabGov) en inspirator van de idee van ‘beni comuni’. ‘Privé proberen we via bv. werken zoveel mogelijk middelen te genereren om te kunnen leven, ons te verplaatsen, … en onze sociale status te verhogen. Daarnaast besteden we het beheer van de gemeenschap uit aan politici en bestuurders’.

Bologna

Bologna

De ‘beni comuni’ wist die scheidingslijn uit. Burgers zijn tegelijk gebruikers en producenten. Ze kunnen zelf bv. energie produceren en met de opbrengsten betalen voor andere goederen of diensten. ‘In Italië komt het voor dat ouderen samen investeren in zonnepanelen en met de opbrengsten collectief een verpleegster inschakelen om hen te verzorgen. Zo hoeven ze niet naar een ouderentehuis’, aldus Iaione. Andere voorbeelden zijn ouders die zelf kinderopvang of crèches organiseren, buurten die zwerfvuil in de wijk aanpakken of de oprichting van stadslandbouwcoöperaties.

Een nieuwe overheid: faciliteren en nudging

Deze nieuwe manier van samenwerken tussen burger en overheid, vraagt ook een andere opstelling van het stadsbestuur.  ‘Wat we nodig hebben is een nieuwe overheidscultuur en het plukken van de vruchten van sociale initiatieven’, aldus burgemeester Virginio Merola, ‘en dat vraagt tijd en engagement. We moeten weg van bureaucratisch formalisme en eerder de kracht van informele processen en persoonlijke relaties benutten’.

Om te komen tot een ‘samenwerkende stad’ moeten burgers, overheid, ondernemers, scholen en andere stadsmakers leren om in vertrouwen engagementen voor de lange termijn te nemen. Volgens burgemeester Merola zal ‘elke stad zelf moeten experimenteren en leren hoe het binnen deze nieuwe cultuur co-creatie kan doen werken’. Bologna kiest voor faciliteren (onder andere door een realtime kaart van de stad ter beschikking te stellen waarop alle initiatieven zijn te volgen), nudging en het opleiden van stadsmedewerkers over hun nieuwe rol. Op die manier wil het stadsbestuur zijn burgers in staat stellen om de stad mee te beheren. En dat is waar burgemeester Merola naar toe wil: ‘hoe minder de centrale administratie dingen opneemt, hoe meer de dingen werken’.

Dit artikel verscheen voor het eerst op de website van MO*-magazine.

Pin It on Pinterest